Een voorbeeld: je zoon of dochter begint te werken in de laatste maanden van het jaar nadat de studies zijn beëindigd. De periode daarvoor heb je steeds een korting genoten via de bedrijfsvoorheffing door bijvoorbeeld 4 kinderen ten laste. Op 1 januari van het volgende jaar heb je maar 3 kinderen ten laste omdat hij of zij meer heeft verdiend dan het maximum om nog ten laste te zijn van de ouder(s). De gehele periode van het inkomstenjaar dat je korting hebt genoten voor dat 4e kind, zal je nu terugbetalen (of minder terugkrijgen) in je aanslag van het jaar daarop.
Je hebt immers een vermindering gehad voor 4 kinderen in de bedrijfsvoorheffing maar er zijn “amper” 3 kinderen ten laste in je aanslag. Een fiscaal jaar is immers niet deelbaar (wel bij nieuwkomers).