“Bij een korting op RSZ (werkbonus) denkt men dat die korting netto wordt doorgerekend in het nettoloon”. Klopt dit?

Men denkt onterecht dat men niet betaalde of verminderde RSZ als een extra netto-inkomen mag beschouwen. Door geen of beperkte RSZ te betalen verhoogt immers het belastbaar inkomen en dan merkt men dat deze verhoging zal worden belast aan de marginale aanslagvoet, hetzij 40 of 45 %. Er is de laatste jaren wel een verbetering door het belastingkrediet op de sociale werkbonus. De aanpassingen zijn ook een gevolg van de taxshift. ​ Een overzicht: 1/4/2011: 5,70 % 1/1/2013: 8,95 % 1/4/2014: 14,40% 1/8/2015: 17,81% 1/1/2016: 28,03% 1/1/2019: 33,14%

Door |2020-01-07T16:55:53+01:0007/01/20|Fiscale mythes|

Ik begrijp niet goed waarom ik nog belastingen moet bijbetalen als ik 3 of 4 kinderen ten laste heb.

Een voorbeeld: je zoon of dochter begint te werken in de laatste maanden van het jaar nadat de studies zijn beëindigd. De periode daarvoor heb je steeds een korting genoten via de bedrijfsvoorheffing door bijvoorbeeld 4 kinderen ten laste. Op 1 januari van het volgende jaar heb je maar 3 kinderen ten laste omdat hij of zij meer heeft verdiend dan het maximum om nog ten laste te zijn van de ouder(s). De gehele periode van het inkomstenjaar dat je korting hebt genoten voor dat 4e kind, zal je nu terugbetalen (of minder terugkrijgen) in je aanslag van het jaar daarop. Je hebt immers een vermindering gehad voor 4 kinderen in de bedrijfsvoorheffing maar er zijn “amper” 3 kinderen ten laste in je aanslag. Een fiscaal jaar is immers niet deelbaar (wel bij nieuwkomers).

Door |2020-01-07T16:54:27+01:0007/01/20|Fiscale mythes|

“Ontslagvergoedingen worden heel zwaar belast…”

Alle vergoedingen ten gevolge van een sluiting of individueel ontslag worden belast aan de gemiddelde aanslagvoet van het vorige (normale) jaar. Dus in principe betaalt men op deze vergoedingen niet méér belastingen dan indien men zou gewerkt hebben en staan dus volledig los van wat men voor het overige (normale inkomsten) in het ontslagjaar zou verdienen. Conclusie: indien men een ontslagvergoeding ontvangt of men wordt gewoon verder betaald na een ontslag (inschakelingsvergoeding) en men gaat direct aan de slag bij een nieuwe werkgever, hebben die inkomsten niets met elkaar gemeen en heeft men dus een dubbel loon, dat onafhankelijk van elkaar wordt belast. Doch is er door de staatshervorming een ernstig neveneffect: het bepalen van de gemiddelde aanslagvoet wordt vanaf inkomsten 2016 anders berekend. De belastingverminderingen die overgeheveld zijn naar de gewesten zullen dan niet meer meetellen in het bepalen van de gemiddelde aanslagvoet. Deze blijft immers federaal. Dit kan [meer lezen]

Door |2020-01-07T16:53:26+01:0007/01/20|Fiscale mythes|

Je bent beter af met één halftijdse job dan met twee daar deze zwaar belast worden.

Men verwart hier duidelijk de bedrijfsvoorheffing met de eindbelasting. In de praktijk worden de werknemers die twee (halftijdse) jobs hebben veel te weinig bedrijfsvoorheffing afgehouden. Daar alle inkomens gezamenlijk worden belast (per belastingplichtige) resulteert dit uiteraard in een hogere afrekening en moet dus meestal fors worden bijbetaald wanneer het aanslagbiljet in de bus valt. ​Daar komt nog bij dat dikwijls de gezinslasten kenbaar worden gemaakt bij beide werkgevers, met als gevolg dat er nog amper bedrijfsvoorheffing wordt betaald bij bepaalde inkomsten.

Door |2020-01-07T16:52:28+01:0007/01/20|Fiscale mythes|

Overuren brengen in “het zwart” meer op dan officieel gepresteerde uren mét overloon.

Op de eerste 180 (behalve horeca (360) en bouw (180) gepresteerde overuren (met toeslag) is er een belastingvermindering van toepassing waardoor het totaal nettobedrag/uur zelfs een stuk hoger is dan het bruto-basisuurloon. Voor een werknemer: Bij een overloon van 20 %: een belastingvermindering van 66,81 % op de berekeningsgrondslag. Bij een overloon van 50 of 100 %: een belastingvermindering van 57,75 % op de berekeningsgrondslag. Voor een werkgever: Overuren aan 20 %: 32,19 % op de berekeningsgrondslag. Overuren aan 50 of 100%: 41,25 % op de berekeningsgrondslag.

Door |2020-01-07T16:51:38+01:0007/01/20|Fiscale mythes|

“Door een opslag of gezamenlijk belastbare premie kan ik in een hogere belastingschijf komen en er niets aan overhouden of nog erger: ik heb netto minder dan voorheen…”​ Concreet: is het dus mogelijk om bruto méér en netto minder over te houden doordat je in een hogere schijf komt?

Op maandbasis: Ja, door net in een ander barema te komen (schijfjes van telkens € 15) en dus kan men door € 1 verhoging plots € 7 netto minder overhouden.​ Op jaarbasis: Uiteraard niet, bedrijfsvoorheffing is enkel maar een voorschot op het te betalen belastingbedrag en dat wordt volledig afgetrokken van het te betalen bedrag op jaarbasis. ​ Conclusie: Een hoger belastbaar inkomen (uit beroepsinkomsten) resulteert altijd in extra belastingen maar ook in een hoger resterend nettoloon. Dat maakt dat er mensen zijn die een opslag weigeren. Enkele voorbeelden worden hierna besproken.​ (een hoger belastbaar inkomen kan wel invloed hebben op sociale tegemoetkomingen) Opmerking: dit is niet altijd het geval bij vervangingsinkomsten (inkomensval of pensioenval, deze laatste reeds meermaals in het nieuws geweest), maar dat heeft niets te maken met een “hogere schijf”.

Door |2020-01-07T16:48:48+01:0007/01/20|Fiscale mythes|

“Vanaf een bepaald aantal kinderen betaalt men geen belastingen …”

Dit is geenszins absoluut. Dat zou immers betekenen dat er discriminatie zou zijn tussen mensen die bv. € 30.000 (netto-belastbaar) verdienen en anderen met bv. € 100.000. ​ De eerste met € 30.000 is met zes kinderen ten laste inderdaad vrijgesteld. De tweede zal op alles boven de € 33.700 (inkomsten 2018) belastingen betalen aan 45 % en zelfs het grootste deel aan 50 % (vanaf 39.660 euro belastbaar inkomen). De belastingvrije som begint dus vanaf de eerste euro die men verdient en loopt op tot de bovengrens van de basisvrijstelling + verhoogde vrijstellingen voor kinderen of eventueel andere personen ten laste. Deze is dus voor iedereen met dezelfde gezinslast gelijk en dit ongeacht het inkomen. Een iets hogere basisvrijstelling is voorzien voor lagere inkomsten maar dat laatste heeft niets te maken met gezinslasten. Alles boven die totale vrijstelling betaalt men dus belastingen volgens de schijven die van toepassing [meer lezen]

Door |2020-01-07T16:23:14+01:0007/01/20|Fiscale mythes|
Ga naar de bovenkant