Dit is geenszins absoluut. Dat zou immers betekenen dat er discriminatie zou zijn tussen mensen
die bv. € 30.000 (netto-belastbaar) verdienen en anderen met bv. € 100.000. ​
De eerste met € 30.000 is met zes kinderen ten laste inderdaad vrijgesteld. De tweede zal op
alles boven de € 33.700 (inkomsten 2018) belastingen betalen aan 45 % en zelfs het grootste
deel aan 50 % (vanaf 39.660 euro belastbaar inkomen).
De belastingvrije som begint dus vanaf de eerste euro die men verdient en loopt op tot de
bovengrens van de basisvrijstelling + verhoogde vrijstellingen voor kinderen of eventueel andere
personen ten laste. Deze is dus voor iedereen met dezelfde gezinslast gelijk en dit ongeacht het
inkomen. Een iets hogere basisvrijstelling is voorzien voor lagere inkomsten maar dat laatste
heeft niets te maken met gezinslasten.
Alles boven die totale vrijstelling betaalt men dus belastingen volgens de schijven die van
toepassing zijn. Uiteraard zijn er ook belastingverminderingen maar die zorgen niet noodzakelijk
voor een volledige vrijstelling, ook niet bij tien kinderen ten laste. Al moet je dan al behoorlijk wat
inkomen hebben om niet belastingvrij te zijn. ​
Uiteraard kan het wel zo zijn dat toch het gehele inkomen vrijgesteld is van belastingen omdat de
vrijstelling even hoog (of hoger) is als het netto-belastbaar inkomen. In dit geval is er een
combinatie van (lage) inkomsten met (hoge) gezinslasten.
Die mythe is dus ontstaan doordat mensen met een bepaald inkomen werden of worden
vrijgesteld van belastingen door grote gezinslasten. Deze lijn doortrekken naar “per definitie
vrijgesteld zijn” is natuurlijk fout maar die mythe is inmiddels wijdverspreid.